Op 15 maart1848 brak de Hongaarse Revolutie uit. Lajos Kossuth verklaarde het land onafhankelijk op 19 april. In de maand mei bezetten de Hongaren bijna het gehele land, op Boeda na, dat ze na een strijd die drie weken duurde wel veroverden. De hoop op het ultieme succes werd tenietgedaan door een interventie van Rusland. Nadat hulp van andere Europese staten geweigerd, deed hij afstand van de macht op 11 augustus1849 ten voordele van Artúr Görgey, een generaal waarvan Kossuth dacht dat hij de enige was die de natie kon redden. De generaal gaf zich over in Șiria (toen bekend onder de naam Világos, vandaar de overgave bij Világos) aan de Russen. Het leger werd overgeleverd aan de Oostenrijkers. Op aandringen van de Russen werd Görgey gespaard maar er werden wel represailles uitgevoerd op de rest van het leger.
De dertien Hongaarse generaals werden op 6 oktober1849 geëxecuteerd, op dezelfde dag als graaf Lajos Batthyány (1806–1849), de eerste minister van het land.